Toen ik net begon met naaien liep ik -in mijn herinnering- heel vaak aan tegen problemen met de naaimachine. En dat is nu heel anders: ik heb vrijwel nooit meer issues met de machine. Dat komt gewoon omdat ik de ins en outs van de machines goed heb leren kennen, waardoor ik weet hoe ik ermee moet omgaan en bij welke signalen ik moet ingrijpen. Hiermee kun je de meest voorkomende problemen voorkomen.
In dit bericht zal ik je vertellen wat de oorzaken zijn van de meest voorkomende problemen, hoe je ze kunt herkennen en hoe je het probleem op kunt oplossen. Eerst geef ik een kort overzicht van de meest voorkomende problemen met mogelijke oorzaken en oplossingen erbij en daaronder volgt een beschrijving van wat je moet doen om de problemen op te lossen.
Overzicht van problemen, oorzaken en oplossingen
De oorzaak van het probleem
Door goed te kijken naar het probleem leer je begrijpen wat de oorzaak is en met die kennis kun je het probleem oplossen. Als je nog niet zo ver bent, dan kun je onderstaand stappenplan volgen. Grote kans dat je probleem hierna opgelost is.
Ook als je het stappenplan volgt, raad ik je wel aan om toch eerst te kijken naar wat het probleem is. Misschien blijkt achteraf dat je het mis had, dat kan, maar dan heb je tóch een beetje inzicht gekregen in de werking van de machine.
De oorzaken van de meest voorkomende problemen met de machine of het stiksel zijn:
- verkeerd ingeregen machine
- onjuiste draadspanning
- verkeerde of botte naald
- garen van lage kwaliteit
- stoffige machine
Stappenplan om het probleem op te lossen
- Je volgt het stappenplan, tot je probleem opgelost is. Dus na elke stap kun je kijken of het probleem is opgelost, door de machine uit te proberen op een proeflapje.
- De voorbereiding kun je natuurlijk overslaan als de machine niet zodanig vastgelopen is, dat je je stof er niet meer onderuit krijgt.
Is je machine niet vastgelopen en zit de stof niet aan je machine vast? Scrol dan snel naar beneden, daar vind je het stappenplan!
Voorbereiding
1. Stof onder de naaimachine vandaan halen
Als de machine is vastgelopen, ofwel de onder- en bovendraad zitten vast in het spoelhuis, dan krijg je de stof niet meer zo gemakkelijk onder de naaimachine vandaan. Want zelfs als je de naald naarboven hebt gekregen, dan zul je in sommige gevallen nog flink aan je stof moeten trekken om hem te bevrijden. Met alle gevolgen van dien voor je stof! Om je stof onbeschadigd eronder vandaan te halen, draai je het handwiel (de ronde knop/wiel waarmee je de naald kunt bewegen) ongeveer een kwart naar je toe en daarna weer van je af. Terwijl je dit doet, trek je zacht aan je stof en je zult zien dat je de stof steeds verder onder de machine uit krijgt. Als je voldoende afstand hebt, dan knip je de draden door en kun je aan de slag met de machine.
2. Draden verwijderen
Er steken waarschijnlijk meerdere draden uit je machine, waarvan één de onderdraad is en de andere allemaal lussen van de bovendraad. Op de foto hierboven is de oranje de onderdraad en de blauwe de bovendraad. Probeer door zacht te trekken aan de draden of je de draden eruit krijgt en zo niet, dan schroef je de naaldplaat eraf. De naaldplaat eraf halen is sowieso een goed idee, want soms blijven restjes draad achter en die zullen de machine meteen weer vast laten lopen.
N.B. Onderstaande uitleg geldt alleen voor naaimachines die een platte grijper hebben. Voor machines die een zogenoemde CB-grijper hebben, zal ik in een ander bericht beschrijven hoe je deze uit elkaar haalt en schoonmaakt.
Draai de schroeven van de naaldplaat los. Je kunt het deksel van het spoelhuis en het spoeltje laten zitten, maar dat hoeft niet. Op de foto zijn ze eraf/eruit gehaald. Als je de naaldplaat eraf hebt gehaald, kun je de draden eenvoudig verwijderen. Mogelijk zitten enkele draden in het spoelhuis vast en die kun je eruit halen door het spoelhuis eruit te halen. Dit doe je sowieso om ook de grijper te kunnen reinigen (zie hieronder), dus dat is geen extra werk.
Met je wijsvinger kun je heel gemakkelijk het spoelhuis eruit halen. Je hoeft geen kracht te zetten, gewoon eruit halen door je vinger iets te krommen.
Reinig de grijper en het spoelhuis van stof en restjes draden en zuig meteen met de stofzuiger alle andere pluisjes weg die zich in de ruimte onder de naaldplaat bevinden. Soms helpt het om het stof met een kwastje los te maken. Als de onderkant zo goed als mogelijk stofvrij is, dan plaats je het spoelhuis weer terug. Zorg ervoor dat de rode, driehoekige markeringen naar elkaar wijzen. Schroef de naaldplaat er weer op en klaar!
In 5 stappen het probleem de wereld uit!
De machine reinigen zoals hierboven beschreven is regelmatig nodig. Naaien veroorzaakte stof en pluisjes en als die in de draaiende delen van de machine terechtkomen dan stopt het draaien. Simpel gezegd, maar eigenlijk is het ook gewoon zo eenvoudig. Lang niet alle problemen komen natuurlijk door een stoffige machine en daarom kijken we eerst naar de eenvoudigste oplossingen.
1. Goed garen
Kwalitatief goed garen is heel belangrijk. De machine maakt in hoog tempo steken en het garen loopt snel door de machine. De machine werkt alleen goed (levert alleen mooi werk af) als het garen ongehinderd erdoorheen loopt. Garen dat onregelmatig gesponnen is, niet overal even sterk is en dus breekbaar veroorzaakt problemen. Onregelmatig stiksel, lussen, vastlopende machine, draadbreuk, etc. Waar je ook op moet letten is dat de randen van de klos waar het garen langs loopt geen oneffenheden heeft. Als hier een haaltje aan zit, blijft het garen bij het minste of geringste hangen en krijg je problemen.
Kwalitatief goed garen, is garen van Gütermann, Mettler en Amann. Kortom, probeer de verleiding op de markt te weerstaan en koop geen goedkoop garen. Of accepteer de problemen die je erdoor ondervindt, dat kan natuurlijk ook.
Ook belangrijk is dat je het juiste garen gebruikt. Er bestaan namelijk naaimachinegaren, alles-naaigaren, borduurgaren, rijggaren, lockgaren, siersteekgaren, etc. Wat je nodig hebt, is naaimachinegaren of alles-naaigaren. Je kunt eventueel borduurgaren of siersteekgaren gebruiken (alleen voor de bovendraad!), maar dit vergt andere instellingen van je machine en speciale naalden.
2. Opnieuw inrijgen
Opnieuw inrijgen is altijd goed, want de kleinste vergissing kan alle problemen veroorzaken zoals ik hierboven heb opgesomd. Toen ik pas begon met naaien, kon ik dat moeilijk geloven, maar inmiddels heb ik genoeg bewijzen hiervoor gezien. Dus pak de handleiding van je machine erbij en volg de aanwijzingen nauwkeurig. De richting waarmee de draad van de klos komt als je hem op de naaldpin zet tot en met álle kleine haakjes en oogjes: alles is belangrijk!
Zorg ervoor dat je garen ongehinderd van de klos af kan komen. Veel machines uit het onderste of middensegment (ofwel de machines die de meeste mensen hebben) hebben een liggende naaldpin of een staande naald pin op de machine. Met name voor machines met de staande naaldpin (zie foto) zijn de grote garenklossen van Gütermann met 1000 m garen niet geschikt, vanwege het extra gewicht van deze klossen ten opzicht van dat van de standaard klossen van met 200 m. Dit extra gewicht zorgt ervoor dat de klos niet soepel rond draait, waardoor het garen niet ongehinderd door de machine loopt. Deze klossen zorgen ervoor dat de draadspanning sterk verhoogd wordt en je kunt geen instellingen aan de machine wijzigen die deze draadspanning ongedaan maakt. Zie voor meer uitleg over draadspanning hieronder, bij stap 3.
Om dit garen toch te kunnen gebruiken (het is natuurlijk wel goedkoper dan het kleine klosje), kun je de klos op een losse garenstandaard zetten. Dat werkt erg goed. Je kunt deze garenstandaard ook gebruiken als je een extra garen nodig hebt omdat je aan de slag gaat met een tweelingnaald. Mijn machine heeft standaard een garenkloshouder die hier op lijkt en het werkt super. Wat je ook kiest: zorg er in ieder geval voor dat het garen ongehinderd van de klos af kan!
3. Draadspanning instellen
De naad wordt gevormd door de onder- en bovendraad en ze vinden elkaar precies in het midden van de stof of de stofdikte. Daar haken de draden in elkaar tot een steek. Als de draadspanning niet goed in ingesteld, dan vinden de dragen elkaar niet precies in het midden van de stof maar onder de stof óf erboven.
Op deze foto’s zie je het effect van een onjuiste draadspanning. Er worden geen regelmatige steken gevormd en evenmin kruisen de boven- en onderdraad elkaar in het midden van de stof. Wat kun je doen om dit te voorkomen?
De juiste draadspanning wordt bereikt doordat zowel de boven- als onderdraad op spanning worden gebracht. De mate van spanning moet gelijk zijn om een evenwichtige spanning te bereiken en regelmatige steken te kunnen maken. De onderdraad wordt op spanning gebracht doordat de draad bij het inrijgen tussen de spanningsveren van het spoelhuis getrokken wordt, zie hier: (Voor het beste zicht heb ik het spoelhuis uit de naaimachine gehaald.)
De bovendraad wordt op spanning gebracht doordat hij bij het inrijgen ingeklemd wordt tussen de spanningsschijven. Als er iets mis is met de draadspanning, dan kun je de spanning van de bovendraad handmatig instellen. Het is ongebruikelijk om met de spanning van de onderdraad te spelen en het wordt ook sterk ontraden door de fabrikanten. Het is bovendien niet handig om te doen, want omdat een markering ontbreekt, heb je geen idee van wat je aan het doen bent, Je kunt naderhand dus ook niet meer terug naar de fabrieksinstelling.
Gelukkig kun je de bovendraad wel handmatig bedienen met de draadspanningsknop (eigenlijk een schijf) met cijfermarkering. Het beste is om de schijf standaard op “AUTO” te zetten, dit is de automatische draadinspanning. Echter, als je dikke en juist heel dunnen stoffen hebt, kan deze automatische instelling niet goed zijn. En ook als je dikker siergaren gebruikt (om bijvoorbeeld je jeans door te stikken) zul je de draadspanning moeten wijzigen. Voordat je begint met wijzigen, is het goed om eerst te kijken of de onder- en bovendraad goed door de spanningsveren en -schijven lopen!
Als de onderdraad naar boven komt, dan is de spanning van de bovendraad te hoog. De stof kan hierdoor ook wat samengetrokken worden. Komt de bovendraad echter onder de stof uit (vormt hij lussen of is gewoon duidelijk zichtbaar), dat is de spanning op de bovendraad te laag. Als je het ingewikkeld vindt, kun je ook wat gaan experimenteren met de draadspanning op een proeflapje. Neem contrasterende kleuren voor de boven- en onderdraad, dan zie je goed wat er gebeurt, en probeer verschillende steken en verschillende draadspanningen uit. Zo krijg je er gevoel voor en je herkent en het sneller als er problemen zijn.
4. Juiste naald en scherpe naald gebruiken
Er zijn verschillende naaimachinenaalden in omloop. Door te kiezen voor een kwalitatief goede naald, voorkom je problemen, zoals overgeslagen steken, naaldbreuk en te grote gaten in de stof. Naalden van Organ en Schmetz zijn goed en je kunt die zonder aarzeling gebruiken.
Daarnaast is het ook belangrijk om de juiste naald te gebruiken, want voor de verschillende soorten stoffen zijn verschillende naalden ontwikkeld. (Zie ook mijn bericht over de verschillende stoffen.) Er zijn o.a. universele naalden, stretchnaalden, jerseynaalden, jeansnaalden, topstitchnaalden, leernaalden en microtexnaalden en daarnaast zijn er nog speciale naalden voor de lock- en coverlockmachine. Alle naalden zijn ook in verschillende diktes te verkrijgen. Voor de te kiezen dikte geldt: hoe dikker en zwaarder de stof, hoe dikker de naald die je gebruikt. Met een naalddikte van 70 of 80 zit je meestal goed.
Voor een handige en uitgebreidere uitleg van de verschillen tussen de naalden van Schmetz, zie hier. Een snelle blik op onderstaande kaart leert je ook welk naald je het beste kunt gebruiken:
Scherpe naalden
Botte naalden geven dezelfde problemen als onjuiste naalden en je zult je naalden af en toe moeten vervangen. Aan het geluid waarmee een botte naald door je stof “ramt” en een scherpe naald door je stof steekt, kun je horen of je naald aan vervanging toe is. Je kunt ook voorzichtig met je vinger aan de naaldpunt voelen. Je zult hier gevoel voor moeten leren krijgen. Wat wel duidelijk is: heb je problemen terwijl je toch de juiste naald gebruikt? Dan is het tijd om de naald te vervangen!
5. Machine reinigen
Als je machine ondanks alles wat je hierboven gecheckt hebt niet goed presteert, dan zal hij hard toe zijn aan een schoonmaakbeurt! Maak het spoelhuis open en zuig de boel uit. Gebruik ook een kwastje en een doek om zeker te zijn, dat je alle stof verwijderd hebt. Olie indien nodig de grijper onder het spoelhuis en doe dit ook indien nodig ook voor de bovenste grijper. In de handleiding van de machine zie je welk onderhoudt precies nodig is.
En… denk niet dat je dit niet kunt omdat je niet technisch bent, want zo ingewikkeld is het echt niet! En het bespaart je ook nog eens een hoop ellende en veel geld, mocht je het zover laten komen dat je machine voor reparatie naar de reparateur moet. Regelmatig schoonmaken helpt gewoon. En zeker schoonmaken nadat je met een pluizige stof hebt gewerkt (wol, rib, etc.). Je merkt het vanzelf aan de rest van je werkhoekje. Ontstaat daar stof? Zo ook in je naaimachine.